tot Pius XII (7)
Tot mij:
'Je zult deze woorden dus aan zijn adviseur geven...'
Ik vraag:
'Hoe te geven? Ik ben bang en kan dat niet doen.'
Hij antwoordt:
'Diegene zal komen die deze woorden zal aannemen en ze, door Mijn Wil, onverwijld aan de Biechtvader en Raadsman van Paus Pius zal overbrengen.'
'En ik ga in de problemen komen,'
denk [huil?] ik.
En de Eeuwige:
'En jij zult Mij dienen, en Ik zal van je houden,
geheel in verhouding tot het lijden dat jij voelt tijdens de uitvoering.
Jij bent Daniël tussen de leeuwen.
Maar God heeft Daniël veilig daarvandaan genomen
en de Heer werd zelfs verheven door hen die voorheen zijn vijanden waren,
omdat Hij werd erkend als de ware God.
Vrees niet.
Alles gaat voorbij,
maar Mijn Liefde is eeuwig
voor hen die Mij liefhebben en dienen...'
'En een ándere ster wordt getroffen
door de dienaren van het Beest
die uit de afgrond tevoorschijn komen...
En een ándere Herder wordt getroffen,
en veel van zijn priesters met hem.
En ándere gelovigen,
zodat de kudde bang wordt
en in paniek omkomt.
Ik zei het al eerder.
Maar ik wil dat het door de adviseur
en de Geadviseerde wordt overwogen.
God liegt nooit.
Hij overdrijft nooit.
Liever houdt Hij, uit medelijden, vele dingen verborgen.
Totdat het tijd is om ze te onthullen,
en daarmee de toekomst,
die Hij niet negeert.
Versterk het hart,
want ándere pijnen komen...
Bid en laat mensen bidden.
Prik. Weet te prikken, zó dat in ieder geval de kudde, voor het grootste deel,
het vluchtige leven weet te verliezen, maar niet het eeuwige...
de dood van het lichaam verkiezend boven die van de ziel
geëxcommuniceerd omdat ze heeft gebogen
voor de wetten van de anti-christen.
Sterven ja.
Maar het Beest aanbidden nee.
Om GEEN eeuwige dood te hebben.'
Reacties
Een reactie posten