graf van Petrus
Maria Valtorta:
'Terwijl ik lees:
"...de Constantijnse Basiliek werd opgericht
op het graf van de eerste opvolger van Christus"
precies waar dat staat, barst de krachtige stem van Jezus -
met exact dezelfde toon als wanneer Hij een onjuiste stelling weerlegt,
of Zijn Wil opleggen wil, of scheldt, of wonderen verricht -
luid uit, en zegt...
Jezus:
"Nee!
Constantijn zelf begreep de onmogelijkheid
om de basiliek te bouwen op de plek (Nero's Circus en Tuinen)
die nog steeds stonk naar Nero's verdorvenheden,
En daar ook geen graf,
waar nu de kerk staat!
Mijn Petrus,
geheiligd omwille van zijn volmaakte wil en martelaarschap,
na door Mij te zijn ingewijd, en door de Geest van God te zijn gezuiverd en bezeten,
met de absolute volheid van de Paracletenvuren,
kon niet worden neergelegd daar waar, tot op de materialen van de mausolea toe,
de bekentenissen van de smerigste sekten van het heidendom terug te vinden waren.
Beter de kale, arme crypte van de catacombe van Ostriaan,
arm, naakt, zoals de grot van mijn geboorte.
Conform de evangelische geest
die alleen van Naastenliefde, Geloof, Hoop,
en van de vier Kardinale Deugden is,
en aan elke andere, kleinere deugd rijk moet zijn
- de rest is stro, zonder waarde,
zelfs als het niet de waarde van een zonde heeft
in de goddelijke ogen van Hem die,
Koning der koningen en Heer van het Universum,
Zoon van de Vader en God zoals de Vader,
árm wilde zijn
en de heilige en koninklijke rijkdom
van arm en heilig zijn, onderrichtte
armoede van geest aanleerde,
onthechting van de pracht van de wereld
en van de geest van de wereld,
om vrij te zijn
om Mij te volgen
en met Mij aan te komen
in het Hemelse Jeruzalem.
Nee.
Niet het graf van Petrus,
van Mijn Simon van Jona,
die Ik "Rotssteen" heb gemaakt.
Ongeschonden steen, vierkant, hoekig,
onaantastbaar voor de corruptie en vleierij
van de mensen en de tijden.
Zijn vervolgers wilden hem te schande maken,
en ze sleepten hem mee om zijn geest uit te blazen
("ze brengen je waar je niet heen wilt"...)
op een snode plaats.
Maar zijn heilige overblijfselen rustten wel degelijk,
als fundamenten van de Roomse Kerk, in de ingewanden van Romeinse bodem,
dáár waar heidense vuiligheid z'n stank niet meebracht,
daar waar lichamen verteerd uit Liefde voor Mij,
en niet uit heidense lusten, lagen.
Nee, Ik vertel jullie alles: NEE!
De ‘doden’ (heidenen) konden hun doden daar begraven,
in de mausolea van de Vaticaanse heuvel.
Maar de ‘levenden’ (de christenen),
de levenden die van Mij zijn, van Mij-het Leven,
legden hun levenden daar neer waar hun slaap gehuld was in zuiverheid en heiligheid,
wachtend om te worden opgelost in de Glorie...
van de uiteindelijke zalige Opstanding
van al Mijn heiligen!
Nee, Ik zeg het jullie: NEE!
Petrus werd na zijn martelaarschap niet begraven
anders dan waar hij al gemarteld was door evangelisatie."
Maria Valtorta:
Maar ondertussen blijft Hij mij de binnenkant
van de laatste plaats van neerlegging tonen:
het gedroogde, maar onbedorven
lichaam van de apostel.
Maar Hij vertelt me niet waar het is,
noch laat Hij mij de buitenkant van de plaats zien,
en dus... moet ik zwijgen,
en zal misbruik van onderzoek naar mijn geschriften
evenmin iemand hierover kunnen informeren...
En tegen mij
die denkt aan hen die afdalen in de Vaticaanse Crypten
en dan denken naar een heilige plaats te gaan
omdat daar het Graf zou zijn
van de Prins der Apostelen...
zegt Jezus:
"Er zijn daar lichamen van heiligen.
En daarom is de plaats heilig.
Het graf van Pius, de tiende met deze naam,
ware Petrus, Mijn Steen, eer van het pontificaat en van de hele Kerk,
is voldoende om haar heilig te maken.'
Reacties
Een reactie posten