onder zwarte mantel 4
Maria zegt:
'Maar maak je geen zorgen.
In de ogen van God ben jij net zo gerechtigd als ik
om de Koning der Koningen ter wereld te brengen
in een stinkende grot.
Het niet waardig eren van het Woord dat wordt uitgestort,
is niet onze schuld, maar wel die van hen die ons beletten
om Het publiekelijk te eren.
De wierook van onze liefdevolle en geheime aanbidding
is voldoende om elke andere eer te vervangen
die onszelf ontnomen wordt te schenken
aan het Woord dat in ons is geplaatst.
Glimlach, mijn dochter,
en hoop, in de herinnering
dat de Almachtige zelfs uit stenen [Mt.3:9+Lc.3:8]
zonen van Abraham kan verwekken.
En jou niet zal verlaten
zonder de troost en hulp van priesterlijke gidsen,
hen verwekkend, die verplicht zijn tot deze plicht,
zoals hij jou de engelenmeester heeft gegeven,
op precies het juiste moment,
voor meer comfort...'
Maria Valtorta:
'En de Heilige Maria straalt glorieuzer en zoeter dan ooit,
terwijl ze de engelachtige groet van Azaria ontvangt,
wiens lichtgevende aanwezigheid zwak lijkt,
vergeleken met de zeer lichtgevende Maagd.
En Azaria spreekt tot Maria
- terwijl hij knielt, de armen gekruist op de borst, het hoofd gebogen -
alsof hij voor een altaar staat.'
[26/5/46]
Reacties
Een reactie posten