leren sterven 6
Jezus zegt:
'"Ziedaar uw zoon!"
Ziedaar uw zoon!
Sta af wat je dierbaar is, met vooruitziende blik en heilige gedachten.
Sta je genegenheden af, en geef jezelf aan God over, zonder weerstand.
Wees niet jaloers op hen die eigenaar zijn van wat we nalaten.
Met deze frase, kunnen jullie aan God alles overdragen
waar je om geeft en wat je in de steek laat,
én alles wat je zorgen baart,
tot en met je eigen geest.
Herinner de Vader eraan
dat hij Vader is.
Leg in Zijn Handen jouw geest
die terug keert naar de Bron.
Zeg: "Voilà, hier ben ik.
Neem mij met Je mee, want ik geef mezelf.
Ik overlijd niet, gedwongen door omstandigheden.
Ik gééf mezelf, omdat ik van je hou als een zoon
die terugkeert naar zijn Vader".
En zeg:
"Voilà, dit zijn mijn dierbaren.
Ik geef ze aan Jou.
Dit zijn mijn zaken,
de zaken waardoor ik soms onrechtvaardig was, jaloers op anderen,
en die mij Jou deden vergeten, omdat ze mij van kapitaal belang leken
– dat waren ze wel, maar ik geloofde het meer dan dat ze dat waren –
voor het welzijn van de mijnen, voor mijn eer,
vanwege de achting die ze mij aantrokken.
Ik geloofde ook dat alleen ik in staat was hen te beschermen.
Ik geloofde dat ik noodzakelijk was om hen aan te vullen.
Nu zie ik...
Ik was niets anders dan een oneindig klein apparaatje
in het volmaakte organisme van Jouw Voorzienigheid,
en vaak een onvolmaakt apparaatje,
dat het werk van het perfecte organisme
bedierf.
Nu de lichten en de stemmen van de wereld ophouden
en alles zich verwijdert, zie ik... voel ik...
hoe ontoereikend, versleten en onvolledig
mijn werken waren!
Hoe dissonant ze waren
tegenover het Goede!
Ik ging ervan uit dat ik een grote ‘wie’ was.
Jij was het – vooruitziend, voorzienig, heilig –
die mijn werken hebt gecorrigeerd
en ze weer nuttig hebt gemaakt.
Nam ik aan.
Soms zei ik zelfs dat Je niet van mij hield
omdat het mij niet is gelukt, zoals de anderen die ik benijdde,
te krijgen wat ik wilde. Nu zie ik het.
Heb medelijden!"
Nederige afstand,
dankbare gedachte aan de Voorzienigheid
tot herstel van jullie veronderstellingen, je hebzucht,
je afgunst en substitutie van God met arme menselijke dingen,
met de lekkernijen van diverse rijkdommen.'
[14/7/46]
Reacties
Een reactie posten