brood breken 4

-afbeelding van Cerula (catacomben)-

Jezus zegt:

'Nood aan onderricht...

het moet in gedachten worden gehouden

dat de apostelen, de diakenen, de priesters van de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling,

in staat waren om de heidenen te instrueren, d.w.z. ware analfabeten in de Heilige Religie...

nood aan onderricht zorgde ervoor dat aan het zo eenvoudige en korte Breken van het Brood

de instructies werden toegevoegd voor degenen die naar het christendom streefden,

zodat zij de kudde van Christus konden binnengaan:

het kennen van de Herder en de Wijsheid,

het kennen van de oude en eeuwige Wet,

en van het Woord van de Meester.

En ziehier dan de introductie van de lectuur

van de apostolische brieven en het Evangelie.

In de begindagen, helemaal in het begin,

in plaats van lectuur was het directe prediking,

dat wil zeggen, het vertellen over de oude tijden,

of het mondeling geven van apostolische advies,

of de mondelinge toelichting van de Wijsheidsboeken,

en dat geldt ook voor de verbale vertelling van Mijn werken

in de drie jaar van Mijn openbare leven,

van Mijn Geboorte, Dood en Wederopstanding.

Later,

door het toenemen van de kerken,

en gezien het aantal echte ooggetuigen onvoldoende was:

Apostelen en discipelen, voor het aantal kerken,

en bovendien

in de lessen van de discipelen, vol goede wil

maar onderworpen aan de tekortkomingen van de mens

onvrijwillige variaties in episoden [binnenslopen], tot eigendunkelijke interpretaties

gemaakt met rechtschapen bedoelingen, maar... menselijkerwijs

wilden de Hoofden van de Priesterschap

dat er tijdens de bijeenkomsten váste teksten werden voorgelezen,

die dan zouden worden uitgelegd aan de catechumenen

in het deel van de bijeenkomst dat voorafging aan de Broodfractie.

En [ze wilden] het gebed van het Onzevader,

precies zoals Ik het intoneerde

bij de Eerste Fractie,

in aanwezigheid van de gelovigen,

tijdens het tweede aanvullende Paasfeest,

ná de consumptie van de Spijze.'

[18/11/47]