brood breken 3

-Joods huwelijk: bruid en bruidegom

drinken van gezegende wijn-

Jezus zegt:

'De Mis is het Breken van het Brood.

Het is het eucharistisch offer. Ja.

Het herinnert ook aan het Offer van Golgotha.

Want aan de tafel van het Avondmaal heb Ik gezegd,

terwijl Ik al Mijn geofferde Lichaam contempleerde

en Mijn Bloed vergoten voor de mensen:

"Dit is Mijn Lichaam en dit is Mijn Bloed,

het Bloed van het nieuwe eeuwige Testament

dat voor jullie en voor velen zal vergoten worden

tot vergeving van de zonden."

Maar de Mis is vóór alles

het offer/de offerande/het aanbieden/de gift van Mijn Liefde,

de herinnering en besténdiging van Mijn Goddelijke, en daarom Oneindige,

Dwaze/Zotte/Ongerijmde/Onbegrijpelijke Liefde voor mensen.

En het Breken van het Brood

- of als jullie het willen noemen: de Mis -

is datgene wat je [op 23/4/47] hebt gezien in het visioen van het aanvullende Pasen,

wanneer Ik het - Ik zelf - aan de bisschop van de Kerk van Christus, Petrus,

en aan de bisschop van Jeruzalem, Jakobus van Alfeüs, heb leren vieren.

-jong en oud in agape-maal (catacomben)-

Na het [gewone] avondmaal [met lam...] van de broeders,

de consumptie van Mijn Lichaam en Mijn Bloed,

nagelaten, door Oneindige Liefde,

in Spijs en Drank van het Heil;

dat Lichaam en dat Bloed

dat, door de Genade van de Heer, Mijn priesters

uit de hemel naar beneden kunnen roepen;

noch Lichaam noch Bloed weigeren de priesterlijke invocatie,

om het brood en de wijn te transsubstantiëren

in het Lichaam en Bloed van Jezus Christus;

in Jezus Christus dus/m.a.w.,

levend, werkelijk, volledig, present in de gewijde Specie/Hostie,

getranssubstantieerd in Heilig Lichaam en Bloed, Ziel van Jezus,

en Goddelijkheid van het Woord van God,

Eén met de Vader en met de Liefde.

Ná de broederlijke agape,

met de broeders van de aarde, met de heilige broeders,

tussen heilige broeders die de Liefde gelijk heeft gemaakt,

ook al waren er de groteren/ouderen [cf. grote/oudere broer]: de priesters,

en de kleintjes: de gelovigen...

[heb je] vereniging met de Góddelijke Broer,

met Hem die niet anders weet dan liefhebben

en die vraagt ​​om Liefde en Unie met Zijn Geliefden .'

[18/11/47]