gamaliël 4
Maria Valtorta:
'De jonge man [Saul/Paulus]:
"U, Farizeeër en doctor, spreekt u zo?
Bent u niet bang voor de Allerhoogste?"
"Meer dan jij!
Maar ik denk na en ik onthoud...
Jij was nog maar een kleintje, nog geen kind van de wet,
en ik gaf les in deze tempel, met de meest wijze rabbijn van die tijd...
En onze wijsheid had een les waarover we de rest van ons leven moesten nadenken."
De ogen van de wijze sloten zich bij de herinnering aan dat uur
en zijn gedachten bij de studie van die waarheid
die aan de eerlijken werd geopenbaard.
De mijne bleven kijken,
en mijn geest bleef nadenken,
dingen coördinerend...
(James Tissot)
"Ik heb de Allerhoogste uit de mond van een kind horen spreken
die dan een man en een rechtvaardige werd
en die ter dood werd gebracht
omdat hij rechtvaardig was.
"En die woorden zijn bevestigd geworden door de feiten…
Arme ik, omdat ik het vooraf niet heb begrepen!
Ellendig volk van Israël!"
"Blasfemie! U lastert God!
Er is geen redding meer als de leraren van Israël de ware God lasteren!"
"Ik heb hem niet gelasterd.
Állen! En we zijn Hem blijven lasteren.
Je zei het goed: er is geen redding meer!"
"U maakt mij bang."
"Geef mij aan bij het Sanhedrin
zoals degene die gestenigd werd.
Het zal het gelukkige begin zijn van jouw missie
en het zal mij vergeven worden, door mijn offer,
de God die langskwam niet te hebben begrepen."
De lelijke jongeman vertrekt op grove wijze
en het visioen houdt daar op.'
[7/8/44]
Reacties
Een reactie posten