boek judith 2
Jezus zegt:
´Je leest in het boek van Judith337:
“… geef mijn geest de kracht om hem te misleiden
en de kracht om hem omver te werpen,
en het zal een monument zijn
voor uw Naam."
[of Jud.9:8-14:
¨´De Heer´ is Uw Naam:
verpletter dan met Uw Macht hun leger, breek in Uw Toorn hun kracht...
schenk aan mijn hand de kracht die ik, weduwe, nodig heb om mijn plan uit te voeren.
Dood, door het bedrog van mijn lippen, de slaaf samen met zijn heer, de heer met zijn knecht.
Verbrijzel hun trots door de hand van een vrouw....
Laat mijn bedrieglijk woord als een bloedige gesel neerkomen op hen...
Moge heel Uw volk en alle stammen ondervinden dat Gij God zijt,
de God van alle macht en sterkte, want er is geen ander
die het geslacht Israël beschermt dan Gij¨...]
Genoeg.
De rest komt niet in de les.
Ik doe alleen maar observeren
dat voor hen die een rechtvaardig doel nastreven
zelfs die dingen goed worden die, ook al zijn het geen zonden,
toch zwakheden zijn die tot zonde neigen,
als ze aan het ego worden toegestaan
voor diens eigen bevrediging.
Schoonheid
is een goede zaak
als je haar weet te valoriseren.
Schoonheid
is een van de geschenken
die God aan de Voorouders [Adam en Eva] gaf.
Die weerspiegelden de Perfectie
die hen schiep, die [perfectie] was
de meest zuivere Geest.
Maar ook als de mens
niet alleen maar geest kon zijn zoals zijn Schepper,
kon hij – en God wilde dat het zo was – getuigen
met de perfectie van een harmonieus en mooi lichaam,
levend vat om een geest te bevatten zonder 'n spoor van schuld,
van welke Oorsprong hij kwam.
En dit vernietigt de beschamende theorie
van jullie afkomst uit een quadrumaan.
Van God kom je! Niet van een beest
waarvan de oude Mozaïsche Wet zei dat het “onrein” was.
Herinner je: “Van alle dieren die op handen en voeten lopen,
zullen die die op hun handen lopen onrein zijn.”
Schoonheid moet daarom bewonderd worden in een gelijkaardige onder jullie,
Hém lovend die de mens zo'n vormsoevereiniteit gaf boven alle dieren,
en moet in jullie gebruikt worden voor het goede doel
- niet uit ijdelheid -
zoals Judith haar gebruikte.
Jezelf opsmukken om te verleiden,
jezelf opsmukken om te misleiden,
jezelf opsmukken, zelfs uitsluitend uit trots op je zelf
en voor het tonen van rijkdom,
is fout.
Maar wanneer men [zoals Judith]
- met de flank gemarteld door het cilicium/boetekleed
en het lichaam week geworden door boetedoening -
weet hoe van vorm en rijkdom gebruik te maken
voor een rechtvaardig doel, dan stijgt het middel
op tot heiligheid.´
[30/5/44]
Reacties
Een reactie posten