mee-lijden nooit alleen
Jezus zegt opnieuw:
'Bepaalde momenten van vermoeidheid, van angst mogen/moeten geen indruk maken.
Ze zijn verbonden met de menselijke natuur, waar de vijand altijd omheen sluipt.
Satan is een onverzadigbare verslinder
en hoe groter zijn prooi, hoe groter zijn honger.
Zoals de honger, groeit de haat
tegen Christus en de christenen.
De ware christenen.
Hij laat dus geen middel onbeproefd.
En als hij niet van voren kan aanvallen als een woedende leeuw,
dan sluipt hij naar binnen door te kruipen. Hij is altijd de slang
die je probeert te omhullen zonder gevoeld te worden,
klaar om te verpletteren, eenmaal ingepakt.
Daarom probeert hij het,
wanneer hij niets anders kan, met vermoeidheid en angst.
Dat is het wapen dat hij ook bij Mij probeerde.
Het is hem niet gelukt, maar weet je hoe vaak hij dat gebruikte?
De subtielste en meest stringente dreiging vond plaats in Gethsemane.
Hij ondermijnde Mij door Mij te laten zien wat Ik zou moeten lijden
en hoe weinigen er baat bij zouden hebben gehad.
Ik heb dat martelaarschap van de geest geleden
denkend aan de ‘slacht-offers’ van de komende eeuwen,
die het door het werk van Satan [ook] zouden ervaren.
Ik leed denkend aan jou.
Maar maak je geen zorgen.
Mijn martelaarschap destijds verloste jullie zwakheden.
En als je niet toegeeft aan de vijand,
heeft je zwakte, veroorzaakt door angst,
enkel door angst,
geen gevolgen.
Satan kan je een gevoel van angst geven.
Maar niets meer. Want Ik ben met Mijn vrienden en navolgers.
Er is sprake van absolute bezetenheid als de ziel zichzelf onder het satanische juk van de zonde plaatst.
Anders is het alleen maar wraak, en verstoort het de oppervlakte,
zonder de diepten waar Ik regeer in beweging te brengen.
Het is een min of meer gruwelijk lijden.
Het jouwe vandaag was een licht gesis en dat is alles.
Je bent te veel in Mij voor de duivel om iets anders te doen.
Enige tijd geleden, jarenlang, heeft hij je enorm gekweld,
en hij vond je niet altijd sterk genoeg om hem te laten beven.
Maar het verleden doet er niet toe.
Ik zeg je: volhard, het verleden is dood.
Dat bewijs was ook nuttig. Nu is het verouderd.
Blijf nu op Gods pad, waar Ik je heb geplaatst,
en wees niet bang.
Ik zeg je: wees niet bang.
En Ik zeg je: overwin de vermoeidheid van het vlees,
de angsten van het vlees die door Satan worden bedreigd,
met de moed van de geest.
Als je alleen zou lijden, sterfelijk wezen,
zou je het niet volhouden.
Maar Ik ben bij je.
Maar je lijdt voor Mij.
Geloof dit met vertrouwen
en elke uitdaging zal gemakkelijk voor je zijn,
omdat de geest sterker is dan de materie
en zeer sterk wanneer hij verbonden is
met zijn God door een knoop
van Naasten-Liefde.'
[4/7/43]
Reacties
Een reactie posten