niet jij, maar Hij
-Isenheim Altaarstuk (Matthias Grünewald)-
Jezus zegt:
'Kom, klein Johannesje.
Ik heb je veel dingen te vertellen om je lijden te verzachten.
Kom eerst maar eens drinken.
Jij hebt meer geluk dan Johannes [Evangelist].
Hij legde zijn hoofd op Mijn nog niet gewonde Borst.
Jij, jij komt dicht nabij Mijn Verscheurde Borst
en jij kunt de Liefde drinken die uit het Gewonde Hart stroomt.
Wees goed/braaf, wees stil/rustig.
Net zoals een moeder haar zieke kind in de armen houdt
om het te troosten in diens lijden, zo houd Ik jou vast.
Oh! je weet/beseft niet hoeveel jij wel gedaan hebt,
hoeveel je doet met dit lijden van jou.
Het lijkt jou dat je niets doet
omdat je niets anders kunt
dan te lijden.
Maar je doet veel, veel meer dan toen je
Mij onderwees, bad en werkte voor Mij.
-Me autem minui (Joh.3:30)-
Dan was jij het die deed
en Mij gaf wat je deed,
wat jij wilde doen.
Ik accepteerde het,
omdat Ik goed ben.
Ik heb het geaccepteerd,
omdat Ik niets veracht.
Ik accepteerde het,
omdat Ik jouw arme dingen rijk maakte
met Mijn Verdiensten.
Nu ben Ik het die doet.
En Ik doe het állemaal.
Ik neem alles.
Ik wil alles.
Ik laat jou geen fractie van je rijkdom na
van leven, gezondheid, van kracht, van rust, van vrijheid.
Leven, gezondheid, kracht, rust, en menselijke vrijheid, natuurlijk.
Ik doe alles teniet, Ik sla alles neer/onderdruk/onderwerp alles.
Voor jou, vrouw, niets.
Aan jou, ziel, geef Ik Mij:
Alles/Geheel/Totaal.
Voél je Meester.'
[29/5/44]
Reacties
Een reactie posten