wee de herders 1
Schrijf, mijn dochter:
'"Wee de herders die zichzelf weiden!" [Ez.34:2]
Herders van zielen, en herders van mensen.
Mijn priesters, en de staatshoofden.
De vreselijke verantwoordelijkheid
om beheerders van levens te zijn, en van Levens,
kan NIET in heiligheid en gerechtigheid worden uitgeoefend
TENZIJ jullie in Mijn Heiligheid en in Mijn Gerechtigheid verblijven.
Er is geen andere mogelijkheid.
Buíten God en buíten Zijn Wet
bestaat er geen voortdurende eerlijkheid in daden.
Je kunt het een tijdje volhouden, maar dan zul je falen
en je ondergang veroorzaken
en die van anderen.
Jullie verdraaien/vervormen je missie;
jullie verzadigen/bevredigen jezelf in plaats van anderen tevreden te stellen.
Jullie putten jezelf niet uit in je heilige en zoete plicht
om zielen te versterken en te genezen,
jullie, de eerste herders [priesters],
en in de gerechtvaardigde en gezegende plicht
om je onderdanen te beschermen,
jullie, de tweede pastors [staatshoofden].
Je hebt vervolgd, of hebt verwaarloosd.
Hebt veroordeeld of vermoord.
O verschrikkelijk oordeel
dat je te wachten staat!'
[28/10/43]
Reacties
Een reactie posten