marie curie
Jezus zegt (over Marie Curie):
´Het zijn, menselijkerwijs, perfecte wezens.
In hen heeft alles de perfectie bereikt, behalve hun geest,
die steeds meer achteruit is gegaan tot hij een embryonale geest werd.
Ze hebben een volmaakt genie, een volmaakte ernst,
een volmaakte eerlijkheid en een volmaakte nederigheid.
Maar alles is menselijkerwijs perfect.
Hun deugd is een vlam die niet verwarmt.
Het is een koud vuur. Het heeft voor Mij geen waarde.
Ik verkies onvolmaakte spiritualiteit boven volmaakte humaniteit.
Zo'n grote pracht van menselijke perfectie
is als de helderheid van honderd, duizend lampen.
Ze produceren licht, dat valt niet te ontkennen.
Maar het is kunstlicht, dat bij een defect van het geringste mechanisme
onmiddellijk sterft, en er blijft niets van over.
Terwijl de geest, zelfs onvolmaakt, altijd een kleine zon is
die leeft van zijn eigen licht, ontsprongen uit de genade die in hem woont.
Ik spreek over de lévende Geest,
d.w.z. die leeft in Mij, levend gemaakt door Genade.
Het feit dat ze beschikken over een superieure intelligentie,
die hen heeft toegelaten de mysteries van de natuur te doordringen,
had hen er ook toe moeten brengen de kracht/macht van God en Zijn Bestaan te zien,
Wiens Wezen/Zijn in alle geschapen dingen is gegraveerd/ingeschreven.
Maar niets van dat alles heeft plaatsgevonden.
Het zijn wezens vol kennis/wetenschap,
maar die de leidraad missen die leidt naar de exacte kennis van dat wat is.
Uitvinders van het nieuwe,
maar ontkenners van het eeuwige.
Ontdekkers van geheime krachten,
maar onverschilligen voor de Kracht der krachten, God.
Ze zoeken er niet naar,
maar integendeel, ontkennen Hem opzettelijk.
Of minstens, verwaarlozen Hem.
Dit is de reden
waarom de menselijke wetenschap, die onmiskenbaar geavanceerd is,
geen goede vruchten voortbrengt, maar vruchten die vergiftigd zijn.
Wat ontbreekt in de hart en geesten van wetenschappers
is het vuur van de Liefde die God doet respecteren en liefhebben,
die de naaste doet respecteren en liefhebben.
In het specifieke geval dat ons hier interesseert:
deze vrouw heeft haar naasten geen kwaad gedaan;
integendeel, ze deed hen goed [radiologie geneeskunde...].
Dat is al veel.
Maar denk eens even
over het belang van de impuls die zij zou hebben gegeven
aan haar school, aan haar discipelen en aan de discipelen van haar discipelen
als zij, aan de fascinatie van haar ik, een diepe religiositeit gekoppeld had.
Je mag geloven, mijn dierbare ziel, dat in het Uur van het Oordeel
kleine ongeletterde wezens groter zullen blijken dan de grootheden van de wetenschap.
De eersten, aangestoken door de Liefde,
zullen levende sterren aan Mijn Hemel zijn.
Zelfs als Ik hen niet zou veroordelen
- vanwege het goede dat ze op menselijk vlak hebben gedaan -
zullen de anderen nevelachtige lichamen zijn in Mijn Paradijs.
Zij zullen gered worden door Mijn Genade zonder enige verdienste van hun kant,
meer gered door de gebeden van hen aan wie ze goed hebben gedaan
dan door zichzelf.
Vertel me nu eens:
zou je liever een kleine niemendal willen zijn op het gebied van kennis
maar van Mij zijn, helemaal van Mij, in dit leven en het volgende?
Of had je hier beneden een ster willen zijn
en daarboven een ondoorzichtige nevel?
Ik weet je antwoord al
en daarom zeg Ik tegen je:
Je hebt wijs geantwoord!
Ga in vrede.´
[24/8/43]
Reacties
Een reactie posten