blijvend bezit?


-Woestijn van Judea-


In het twaalfde jaar van onze ballingschap,

op de vijfde dag van de tiende maand,

kwam er een vluchteling uit Jeruzalem bij me

met het bericht: 'De stad is gevallen!'


De avond tevoren was de hand van Jahwe over mij gekomen

en 's morgens, voordat de vluchteling bij me kwam, opende Jahwe mijn mond.

Ik was niet meer stom en kon weer gewoon spreken.


Het woord van Jahwe werd tot mij gericht:

Mensenkind,

de bewoners van die puinen in het land van Israël zeggen:

'Abraham was maar alleen en kreeg toch heel het land in bezit;

wij zijn met velen, daarom is het land ons blijvend bezit.'



Zeg dus tot hen:

Dit zegt Jahwe de Heer:

Gij eet vlees waar het bloed nog in zit,

gij slaat uw ogen op naar uw afgoden, gij vergiet bloed,

en zou dan het land uw blijvend bezit zijn?

Gij voelt u sterk door uw zwaard, gij bedrijft gruweldaden,

gij onteert de vrouw van uw naaste, zou dan het land uw blijvend bezit zijn?


Zeg hun:

Dit zegt Jahwe de Heer:

Zo waar Ik leef: de bewoners van de puinen zullen vallen door het zwaard,

die op het platteland leven, geef Ik ten prooi aan de wilde dieren,

en die in spelonken en holen huizen, zullen sterven aan de pest.


Ik zal van het land een barre woestenij maken;

zijn overmoedige trots zal vernietigd worden

en het bergland van Israël zal eenzaam en verlaten liggen;

niemand trekt er doorheen.


Als Ik van het land een barre woestenij maak

vanwege al de gruweldaden die ze bedreven hebben,

zullen ze erkennen dat Ik Jahwe ben.



Mensenkind,

uw volksgenoten praten over u

in de schaduw van de muren of bij de ingang van hun huizen

en ze zeggen tot elkaar:

'Kom, laten we eens gaan luisteren naar wat Jahwe nu weer te zeggen heeft.'

Ze stromen naar u toe als bij een volksoploop

en zetten zich in groten getale voor u neer.

Ze luisteren naar uw woorden, maar hándelen er niet naar;

ze zeggen dat ze hunkeren naar Gods woord,

maar met hun hart zijn ze bij hun zaken.


Gij bent voor hen als een zanger die van de liefde zingt,

met een mooie stem en fraai snarenspel;

ze luisteren graag naar uw woorden,

maar hándelen er niet naar.


Maar als Mijn Woorden in vervulling gaan, en dat gebeurt,

dan zullen ze erkennen dat er onder hen een profeet geweest is. 


[Ez.33:1-33]

Reacties

Populaire posts van deze blog

Agnes buiten de muren

maria's gezicht

de geliefde 3