sterren kénnen 2
Maria Valtorta:
'Jezus spreekt niet,
maar Hij nodigt mij met Zijn Blik uit
om naar Hem toe te gaan.
En ik ga.
Mijn geest stijgt op,
aangespoord door Zijn Wens,
voortgedreven door die van mij,
tot mijn Koning.
En Hij zegt:
"Kijk. Weet. Vergelijk."
En met de lichtgevende Hand,
waarop de robijn van de Wonde is,
wijst Hij naar een grenzeloze hemelse horizon.
Echt. Want ik ben boven de ruimte verheven, voorbij de stratosfeer,
in gebieden waar niets anders is dan sterren en ether.
Geen wolken meer, geen stof meer,
geen wind meer.
Of liever, er is nog steeds wind:
de zingende, de harmonieuze,
die ontstaat door de beweging van de sterren.
Ik begrijp dat Jezus mij, zonder woorden, de ‘waarheid’ van dit sterren-beeld wil laten zien.
Oh! hoe verschillend is het van het slechte concept dat daarnet werd verkondigd
en van al die concepten die ik tot nog toe heb gekend.
Het valt me zwaar, dit te zeggen.
De al gevormde sterren gaan,
sommige rechtdoor in een rechte lijn, als nulpunts-kanonkogels.
sommige kronkelend, als slangen in het blauw,
sommige roterend, zowel als stromend, om hun as,
sommige dansend, als feestelijke kinderen, op de etherische weide.
Bij elke beweging, heeft het licht een hartslag,
bijna alsof de vreugde van beweging, en gehoorzaamheid aan de wetten van de Schepper,
een grotere gloed gaven aan hun brandende lichaam.
De enige gefixeerde, de zon,
enorme bol van goud versmolten met vurige topazen, metaal en juwelen,
waarbij onze mooiste vuile kiezelstenen zijn en dof koper,
straalt zijn licht egaal uit.
Hij ziet eruit als een enorme votieflamp,
de Majesteit van God aanbiddend.
Zoveel sterren!
Mijn blik gaat, en gaat, en gaat...
en overal sterren en planeten...
Zoveel onbekende sterrenlevens!
Zoveel onbekende pracht!
Zoveel mysteries van woorden, hierboven!
En van levens!
Sterren die zichzelf zuiveren in hun bliksemsnelle loop en hun emanatie verliezen.
En afval, dat samensmelt met ander afval van andere sterren
en kernen van nieuwe levens creëert,
pulvers van sterren, die een pad vormen van ontelbare kleine levens,
klein vergeleken met de planeten, onberekenbaar groot
vergeleken met het niets dat een menselijk lichaam is.
En dit pad, helemaal lumineus, een echte visvijver van sterren,
laat zo nu en dan een van zijn levens van licht ontsnappen,
een bloem die zich overgeeft aan de wind van het firmament,
het geboorte-bloembed verlatend, en die naar haar vervulling gaat,
voor een proces dat ik niet kan verklaren,
zich voedend met stoffen die ze onderweg steelt...
en een nieuwe ster is geboren.
Of beter: ze isoleerde zichzelf
om tegen de mens die haar zal ontdekken te zeggen:
“Ik ben er ook.”
En andere sterren
die zich nog aan het vormen zijn
die gaan, met de nasleep van hun verbranding en verharding
als een mantel van vlammen, of haar dat losraakt, en verspreid wordt
door de wind van het gaan.
En dit alles
in een etherische blauwe prairie
waarin het zuiverste turkoois en de kostbaarste heldere saffier iedere waarde verliezen,
zo zeer zijn ze, in vergelijking, bleek en ondoorzichtig.
Oh! licht van de velden van de hemel!
Oh! waarom weet ik niet beter hoe ik deze conjuncties,
deze formaties, deze desintegraties, deze onuitputtelijke gisting van levens,
deze gehoorzaamheid, schoonheid en majesteit van de sterrenwereld moet beschrijven?
Maar hoezeer het licht van deze grenzeloze sterrenhemel
iets is dat het verstand van een dichter of wetenschapper
zich niet eens bij benadering kan voorstellen, zie,
hier maakt Jezus een beweging.
Hij verlaat simpelweg Zijn Blik op de sterren
en draait naar links en weer terug.
Een bevel moet voortkomen uit Zijn denken, een verlangen.
Maar ik hoor geen woord.
Een engel komt heel snel en knielt neer,
in aanbidding aan de voeten van de Verlosser.
En Jezus zegt tegen mij:
“Vergelijk dit licht met die lichten.”
Verder zegt hij niets.
En inderdaad schijnt de engel, en het is er maar één,
meer dan alle sterren samen...'
[18/10/44]
Reacties
Een reactie posten