heilige communie 3
Maria Valtorta:
- Jij begrijpt de zinnen, nietwaar?
- Ja, mijn Heer. Wil je dat ik ze opschrijf?
- Nee. Ze zijn al geschreven.
Als je ze herhaalt, zou je hun verwijt uitlokken,
altijd hetzelfde: "Dus zo praat jij met priesters?"
Die frase werd talloze keren tegen Mij gezegd
door de priesters van Israël.
Want wie het mis heeft, spreekt luid
om wie gelijk heeft het zwijgen op te leggen
en zegt: "Jij vergist je" om niet te zeggen:
"Ik vergis me."
En zelfs als woorden van de Wijsheid zelf komen
- en we weten dat ze daar vandaan komen -
dan wordt er gezegd: "Jij bent degene die ze uitsprak"
om het schepsel te raken.
Herschrijf ze dus niet.
Ze zijn al geschreven, hier, zodat ze ze kunnen lezen.
Én ze zijn elders geschreven, waar mensenhanden niet kunnen vernietigen
en het oog van de mens niet kan weigeren ze te lezen.
Daarom zeg Ik jou, dat ze ze op een dag
daadwerkelijk zullen lezen.
Maar deze notitieboekjes
en de andere die nog in Rome liggen
moeten terugkeren naar dit huis, onder jouw hoede.
De verkregen verlenging verandert niets aan het Decreet.
Al was het Mijn eigen Vicaris [de paus] die met het lef van een ware Christus
het Werk en jou onder zijn bescherming zou nemen
– en Genade en Zegen van de Godheid zouden op zijn hoofd neerdalen –
de manuscripten moeten hier terugkeren, naar het huis van Mijn Woordvoerder.'
Reacties
Een reactie posten