desolata 4



Maria zegt:

'Maar ze hebben me daar weggehaald...

En ik moest terug naar de mensen.


De mensen!... De mensen!...

De beesten die mijn Zoon hadden gedood.

En het was de tweede Calvarie ​voor de Moeder...




Ziehier de weg!...

Hij is nog steeds van streek

door de stroom mensen die er 's morgens mee overheen reisde

achter de Veroordeelde Man aan, en 's middags wegvluchtte van de berg.


Om thuis te komen moest ik via een pad

dat door de wreden was doorkruist.

Ziehier de sporen van hun stappen.

Voetsporen in elke richting en stukjes stof

en verloren voorwerpen, zoals altijd waar een menigte stroomt

en in de massa mensen elkaar verdrukken.


Elk van die tekenen, van die voetsporen, vertelde me:

‘Ik hoor bij een folteraar van jouw Zoon.’


En dan, ziehier het pad zelf naar Golgotha,

daar bij het bruggetje, achter de Poort...



Hier worden de sporen dikker, en mijn pijn gruwelijker...

Hier zie ik stenen en knuppels op de grond...

en ik weet waarvoor ze werden gebruikt.


Daarop zit zeker het bloed op van mijn Schepsel,

omdat ze Hem op de ledematen sloegen,

die al zo gemarteld waren!…


Oh! Ik wil het graag zoeken op deze niet-schuldige zaken,

die de mens schuldig heeft gemaakt:

het Bloed van mijn Zoon.


Maar ze laten het mij niet doen.'


[3/6/44]

Reacties

Populaire posts van deze blog

Agnes buiten de muren

maria's gezicht

de geliefde 3