desolata 11
Maria zegt:
'Johannes? Johannes?
Luister naar mij.
Ik ben je Moeder.
Hij heeft mij zo gemaakt. Hij!
Je bent mij gehoorzaamheid verschuldigd.
Doe open.
Ik hou van je, Johannes.
Ik heb altijd van je gehouden omdat jij van Hem hield.
Ik zal nog meer van je houden, maar doe open.
Doe open, zeg ik.
Je wil niet? Jij wil niet?
Ah! Dus ik heb geen kinderen meer?
Jezus heeft mij nooit iets geweigerd
omdat Hij mijn Zoon was.
Jij weigert.
Zo ben jij niet.
Je begrijpt mijn pijn niet!...
Johannes, vergeef!...
Doe open...
Niet huilen...
Doe open...
Jezus, Jezus!
Luister naar me!
Moge jouw geest een wonder verrichten!
Open deze deur voor je arme moeder
die niemand wil openen!
Jezus, Jezus!...
Ik mis je... Ik ga dood...
Ik ga met jou mee, Jezus...
Ik kom...'
...en Maria,
nadat zij met haar kleine vuistjes op de deur had gebonsd, in een poging haar te openen,
nadat zij zichzelf, vertrouwend op de vrouwen, had aanbevolen bij Johannes,
buigt,
bleker dan een lelie,
en zou op de grond glijden
als ze haar niet fysiek vastpakten
en naar de voorkamer brachten.
Vanwege het visioen
dat mij vergezelde tijdens het dicteren
eindigt zo.
[3/6/44]
Reacties
Een reactie posten