desolata 10
Maria zegt:
'Oh! laat mij die kamer binnengaan
waar mijn Jezus Z'n Laatste Maaltijd nam!
Waar de Stem van mijn Kind in vrede Zijn Laatste Woorden sprak!
Doe open!
Open deze deur!
Je kunt ze niet afsluiten voor een moeder!
Voor een moeder die probeert de lucht in te ademen,
de geur van de Adem, van het Lichaam van haar Kind.
Maar weet je niet dat ík Hem die adem, dat lichaam heb gegeven?
Ik, ik die Hem negen maanden lang droeg,
die Hem ter wereld bracht, verzorgde,
opvoedde, voor Hem zorgde?
Die adem is van mij!
Die geur van vlees is van mij!
Hij is van mij, mooier gemaakt in mijn Jezus.
Laat hem mij nog een keer voelen/ruiken!
Ik heb in mijn ogen de aanblik van Zijn Bloed
en in mijn neus de geur van Zijn gewonde Lichaam.
Mag ik de tafel zien waar Hij levend en wel aanlag,
dat ik de geur van zijn jeugdige Lichaam ruik.
Doe open!
Begraaf Hem niet voor de dérde keer!
Jullie hebben Hem al voor mij verborgen onder parfums en verbanden.
Daarna sloten jullie Hem weg voor mij, achter de steen.
Waarom nu, waarom een moeder weigeren
het laatste overblijfsel van Hem te vinden
in de adem die Hij achterliet
achter deze deur?
Laat me binnen!
Ik zal zoeken op de vloer, op de tafel, op de stoel,
de sporen van Zijn Voeten, Zijn Handen,
en ik zal ze kussen, ik zal ze kussen
tot mijn lippen versleten zijn...
Ik zal zoeken...
Zal zoeken…
Misschien vind ik wel een Haar van Zijn blonde Hoofd.
Een Haar dat niet met Bloed besmeurd is.
Maar weet je wat het haar van een dode zoon is voor Zijn Moeder?
Jij, Maria van Cleophas, en jij, Salome... jullie zijn moeders
en jullie begrijpen het niet?'
[3/6/44]
Reacties
Een reactie posten