cecilia's huwelijk 1
Maria Valtorta:
'Ze komen uit de catacomben.
Ze wikkelen zich allemaal in donkere mantels
en sluipen door de nog half-donkere straten omdat de dageraad nog maar net begint.
Ik volg Cecilia
die meegaat met een diaken en enkele maagden.
Bij de deur van een groot gebouw verlaten ze elkaar.
Cecilia komt binnen, met twee maagden alleen. Misschien twee dienstmaagden.
De portier moet echter christen zijn, want hij groet zo: "Vrede zij met jullie!"
Cecilia trekt zich terug in haar kamers en bidt, samen met de twee,
en maakt zich dan klaar voor de bruiloft.
Ze kammen haar heel goed.
Ze trekken haar een heel fijne jurk aan van zuiver witte wol,
versierd met Grieks borduurwerk, wit op wit.
Het lijkt geborduurd met zilver en parels.
Ze doen sieraden om haar oren, vingers, nek en polsen.
Het huis komt tot leven.
De matrone komt binnen en andere dienstmeisjes.
Een feestelijk en voortdurend komen en gaan.
Dan ben ik getuige van wat volgens mij de heidense bruiloft is.
Dat wil zeggen, de aankomst van de bruidegom te midden van muziek en gasten,
en ceremonies van begroetingen en besprenkeling en soortgelijke verhalen,
en vervolgens het vertrek op een draagbaar naar het huis van de bruidegom,
allemaal feestelijk geparadeerd.
Ik merk dat Cecilia onder bogen van witte wollen banden en takken doorloopt
die voor mij op mirte lijken en stopt voor het lararium [huiskapel], denk ik,
waar nieuwe ceremonies van besprenkeling en formules plaatsvinden.
Ik zie en hoor de twee elkaar de hand schudden
en de rituele zin zeggen: "Waar jij bent, Caio, ben ik, Caia".
Er zijn zoveel van die mensen
en min of meer allemaal in dezelfde gewaden: toga's, toga's en nog eens toga's,
dat ik niet begrijp wie de priester van de ritus is en of hij daar is.
Ik voel me duizelig.
Dan gaat Cecilia, vastgehouden door de hand van de bruidegom, rond het atrium (ik weet niet of ik gelijk heb), kortom de kamer met nissen en kolommen waar het lararium is, en begroet de beelden van Valeriano's voorouders, geloof ik.
En dan gaat hij onder nieuwe mirtebogen door en gaat het echte huis binnen. Op de drempel bieden ze haar geschenken aan en onder meer een fort en een spil. Een oude matrone biedt het hem aan. Ik weet niet wie zij is.
De viering begint met het gebruikelijke Romeinse banket en eindigt met liederen en dansen.
De kamer is erg rijk, net als het hele huis.
Er is een binnenplaats - ik denk dat het impluvium heet, maar ik herinner me de namen van Romeinse gebouwen niet goed en ik weet ook niet of ik ze correct toepas - wat een juweel is van fonteinen, beelden en bloembedden.
Het triclinium staat tussen dit en de dikke, bloemrijke tuin achter het huis. Tussen de struiken, marmeren beelden en prachtige fonteinen.
Het lijkt alsof er een lange tijd verstrijkt, want de avond valt.
We zien dat er geen [oorlogs]bonnen waren voor de Romeinen: het banket eindigt nooit.
Het is waar dat er stops zijn voor liederen en dansen, maar in ieder geval...
Cecilia lacht naar de bruidegom
die haar aanspreekt en haar liefdevol aankijkt.
Maar ze lijkt een beetje afgeleid.
Valerianus vraagt haar of ze moe is
en staat, misschien om haar een plezier te doen, op om de gasten weg te sturen.
Cecilia trekt zich terug in haar nieuwe kamers.
Haar christelijke dienstmaagden zijn bij haar.
Ze bidden, en om een kruis te krijgen doopt Cecilia haar vinger in een kopje dat bedoeld is voor het toilet en markeert een lichtdonker kruis op het marmer van een muur.
De dienstmeisjes trekken haar rijke jurk uit en trekken haar een eenvoudige wollen jurk aan, maken haar haar los door de kostbare haarspelden te verwijderen en knopen het in twee vlechten.
Zonder juwelen, zonder krullen, zoals deze, met vlechten op haar schouders, ziet Cecilia eruit als een jong meisje, terwijl ik haar tussen de 18 en 20 jaar schat.
Een laatste gebed en een knipoog naar de meiden,
die vertrekken om terug te keren met andere ouderen, zeker uit het huis van Valerianus.
In processie gaan ze naar een prachtige kamer en de ouderen begeleiden Cecilia naar het bed dat niet veel verschilt van de Turkse banken van vandaag, alleen het onderstel is van ingelegd ivoor en aan de vier zijden staan ivoren zuilen die een paarse baldakijn ondersteunen.
Het bed is ook bedekt met rijke paarse stoffen.
Ze laten haar met rust.'
[22/7/44]
Reacties
Een reactie posten