Maria's pijn 4
Maria zegt:
'Mijn derde pijn: Ik zocht Jezus,
verloren zonder dat er een fout was
van mijn kant of die van mijn man.
Mijn Kind had zich zo willen gedragen
om een eerste oproep aan de harten te lanceren
en hun aan te kondigen: “Gods uur is gekomen.”
Maar van de miljoenen wezens die zouden gaan bestaan,
hoevelen zouden er God verliezen!
We verliezen Hem door onze eigen schuld
of uit eigen vrije wil.
Als de genade sterft, verliezen we God.
Als God ons naar grotere genade wil leiden, verbergt hij zich.
In beide gevallen is het verlatenheid.
De zondaar
die dood is voor de genade is niet gelukkig.
Hij kan het lijken, maar hij is het niet.
Zelfs als hij momenten van opgetogenheid ervaart
die hem ervan weerhouden zijn toestand te begrijpen,
is er geen gebrek aan momenten waarop een herinnering aan het leven
hem zijn toestand van scheiding van God doet voelen.
Dat is dan de verlatenheid,
die marteling die God zijn geliefden laat ervaren
opdat zij, net als Zijn Woord, verlossers worden.
Jij weet wat het is.
Het verlaten zijn van God!
Het is een gruwel die groter is dan de dood.
En als het al zo'n verschrikking is voor hen voor wie het eenvoudigweg een 'test' is,
mediteer dan over wat het moet zijn voor degenen voor wie het de realiteit is.
Mijn derde pijn was om de menigte daarvan te zien
die uit deze kelk zouden gaan moeten drinken
om het Verlossingswerk voort te zetten;
Het was nóg bitterder voor mij om het grote aantal te zien
van hen die in wanhoop ten onder zouden gaan.
Oh! Maria!
Als de mensen maar wisten hoe ze God voortdurend moesten zoeken!
Als de mensen maar wisten hoe ze God voortdurend moesten zoeken!
De plant van de wanhoop zou ophouden zijn gif af te scheiden,
omdat hij voor altijd zou sterven.'
[20/5/44]
Reacties
Een reactie posten