lijd om 'priesters' 2
Jezus zegt:
'Had de week meer dagen gehad,
dan Ik zou jou vier penitenties hebben opgelegd
voor het priesterschap/de geestelijkheid.
Omdat zij net zo noodzakelijk zijn voor het leven van de geest
als de vier vitale elementen voor de aarde:
licht, water, lucht en vuur.
Maar hoe kan er licht zijn, als het uitgeschakeld of gedimd is?
Maar hoe kan er water zijn, als het opgedroogd is?
Maar hoe kan er lucht zijn, als die door zichzelf verstikt is?
Maar hoe kan er vuur/warmte zijn als er vorst is?
O arme zielen van Mij!
Van Mij, omdat Ik jullie heb overwonnen/gewonnen/veroverd
met Mijn Sterven!
Arme, arme zielen van Mij
die steeds/almaar zwakker worden
als stengels die lucht, licht, warmte en water missen,
wat geven jullie Mij medelijden!
En hoeveel, hoeveel, hoeveel verontwaardiging en afkeer
(geven Mij) degenen die de vier vitale elementen niet weten te,
nee niet willen, niet willen en niet willen absorberen
om ze aan jullie te geven!
Waaróm zijn ze er dan? Welke missie vervullen zij?
Diegenen die Ik aan het priesterschap heb toevertrouwd.
Nee. De missie van hun profijt en van het verstrooien
van wat Ik heb verzameld.
Oh! dat enkel één punt Mij ervan weerhoudt hen te slaan!...
Maria, kijk en beef als je Mijn Gezicht ziet.
Met dit Gezicht zal Ik hen vragen:
"Wat hebben jullie met Mijn Kinderen gedaan, met Mijn Lammeren?
Waar zijn deze Kudden van Mij? Waarom zijn het wilde geiten geworden?
Waarom werden zij in stukken gescheurd door de vier vijanden van de mens:
het Vlees, de Wetenschap, de Macht, en de Duivel?
Waarom werden zij - verblind, verwond, verstrooid, hongerig, dorstig, naakt, analfabeet van geest, vervolgd, in de steek gelaten - gedwongen om uit te schreeuwen: 'Er is geen God, omdat we Hem niet zien, Hem niet horen, Hem niet kennen door het werk en de woorden van hen die zichzelf priesters van God noemen?'
Waarom hebben jullie de besten – degenen die de fout hadden, in jullie ogen, de onvergeeflijke fout om beter te zijn dan jullie in geloof, hoop en naastenliefde, in opoffering, in kuisheid, in onthechting van alles behalve Mij en Mij gekruisigde, hen die Ik vulde met zuiver water en uitgelezen meel voor de hongerigen en hen die stierven van geestelijke dorst, in de plaats van de reservoirs die waren opgedroogd en de schuren waar te veel motten hun thuis hadden gevonden, hen die licht en warmte maakten voor degenen die in de duisternis een gids voor God zochten, en in de vorst een vuur om niet te doven – waarom hebben jullie deze besten geslagen en gekruisigd aan jullie kruis? Zij hingen al aan het Mijne en waren daar graag, ook voor júllie.
Dat volstond voor hun lijden, o aanmatigende en luie bedienaren, dat nooit iets hebt willen lijden, zelfs geen fysieke vermoeidheid, niet eens een gezonde vernedering om je overtroffen te zien in heroïsme door deze trouwe dienaren van Mij, die Ik dicht bij Mijn Hart draag, omdat door hen het Licht en het Woord op aarde bewaard zijn gebleven, sterren die door de eeuwen heen schijnen, tijdens hun parabool/baan, zodat de hemel altijd op de mensen schijnt en zij hem misschien vinden en zeggen: 'Dáár is God. Híer, in die straal, beeft het Woord van God, en ik kan het nog steeds horen, net genoeg voor mij om te geloven, te hopen, lief te hebben; net genoeg om mij te redden.'
Dat was genoeg voor hun lijden.
En júllie hebben jezelf aan Satan toevertrouwd om hen te martelen.
Maar zien jullie het?
Zij zijn genezen van jullie martelingen met de balsem die uit Mijn Hart komt.
Zij dronken troost, heilige bedwelming, vrede en liefde - de Liefde van een God -
op die manier, zoals Ik ze vasthoud, stevig tegen Mijn Hart gedrukt staande.
Dát zal Ik hen vertellen!
Maar jij geeft Mij drie dagen pijn voor hen.
Het is pijnlijk voor Mij, Eeuwige Paus, om te zien
dat Mijn priesterlijke leger vol luie mensen zit
en deserteurs.'
[29/5/44]
Reacties
Een reactie posten