Hitlers heresie 2

Jezus zegt:

'Deze zoon van Satan verkondigt dus een ​​nieuw geloof,

dat een tragische, heiligschennende en vervloekte parodie is op het geloof in Mij.

Er wordt een nieuw evangelie verkondigd,

er wordt een nieuwe kerk gesticht,

er wordt een nieuw altaar opgericht,

er wordt een nieuw kruis opgericht,

een nieuw offer wordt gevierd.

Dit evangelie, deze kerk, dit altaar, dit offer

zijn die van de mens, niet van God.

Er is maar één Evangelie: het Mijne.

Er is maar één Kerk: de Mijne, de Rooms-Katholieke Kerk.

Er is maar één Altaar: het Altaar gewijd met olie, water en wijn,

en gegrondvest op de beenderen van een martelaar en een heilige van God.

Er is maar één Kruis: het Mijne.

Dat waaraan het lichaam van de Zoon van God, Jezus Christus, hangt.

Dat dat de vorm van het hout reproduceert dat Ik met oneindige liefde

en enorme vermoeidheid heb gedragen naar de top van Golgotha.

Er is geen ander kruis.

Er kunnen andere tekenen zijn,

hiërogliefen die lijken op die die gegraveerd zijn

in de hypogea van de farao's of op Azteekse steles:

maar dat zijn slechts tekenen van mensen of van Satan,

maar geen kruisen, niet de symbolen van een heel Liefdesgedicht,

van Verlossing, van Overwinning over alle krachten van het Kwaad,

welke ze ook mogen zijn.

Vanaf de tijd van Mozes tot vandaag,

en vanaf vandaag tot de tijd van het oordeel,

zal één het Kruis zijn: dat dat overeenstemt met het Mijne,

dat dat voor het eerst werd gedragen door de slang, dit symbool van het eeuwige leven,

dat dat Ik droeg en dat Ik zal dragen als Ik kom als Rechter en Koning

om jullie allen te beoordelen:

jullie, Mijn zaligen

die in Mijn Teken en in Mijn Naam geloven;

en ook jullie,

die vervloekten zijn, parodisten en heiligschenners,

die Mijn Teken en Mijn Naam hebben verwijderd van de tempels,

van de staten en van het bewustzijn van mensen

om ze te vervangen door jullie satanische symbool

en jullie naam van Satanhandlangers.'

[17/1/44]