pijn in hemel
Om 6u 's morgens, zegt Maria:
'Toen ik, in de colère van Goede Vrijdag,
mijn Zoon ontmoette op een kruispunt dat naar Golgotha leidde,
verlieten geen woorden onze lippen tenzij: ‘Moeder!’ en ‘Mijn Zoon!’
Om ons heen stonden
godslastering, wreedheid, beschimping en nieuwsgierigheid.
Voor deze vier Furies heeft het geen zin om je hart
en zijn meest heilige kloppingen bloot te leggen.
Ze zouden op Hem afstormen
om Hem nog meer pijn te doen,
omdat mensen aan de perfectie raken in het kwaad
en in staat zijn tot misdaden niet alleen tegen het lichaam,
maar ook tegen het denken en de gevoelens van hun medemensen.
Wij keken elkaar aan.
Jezus, die al met meelevende vrouwen had gesproken
en hen had aangespoord om te huilen over de zonden van de wereld,
staarde mij aan door de sluier van zweet, tranen, stof en bloed,
die samen een korst vormden op zijn oogleden.
Hij wist dat ik voor de wereld bad
en dat ik de hemel graag had willen doen buigen om Hem ter hulp te komen,
om te verlichten, niet zijn marteling,
aangezien die door een eeuwig besluit moest worden volbracht,
maar de duur ervan.
Ik had hem graag willen doen buigen
tegen de prijs van het martelaarschap van heel mijn leven.
Maar ik kon het niet: het uur van gerechtigheid was gekomen.
Hij wist dat ik van Hem hield als nooit tevoren.
En ik wist dat Hij van mij hield
en dat, méér dan de sluier van de liefdadige Veronica en enige andere hulp,
de kus van Zijn Moeder Hem zou hebben opgelucht.
Maar ook deze marteling was noodzakelijk
om de fouten van liefdeloosheid te herstellen.
Onze ogen ontmoetten elkaar,
bonden elkaar vast, scheidden van elkaar
waarbij ons hart verscheurd werd.
En toen sleepte de menigte het Slachtoffer weg
en duwde het naar Zijn Altaar
en verborg het voor het andere slachtoffer
dat al op het offeraltaar stond
en dat ik was, bedroefde Moeder.
Als ik jullie zo hard zie, zo koppig in de zonde,
en ik bedenk dat onze oneindige dubbele marteling jullie niet beter heeft gemaakt,
dan vraag Ik me af welke andere, nog grotere, marteling nodig zou zijn geweest
om het gif van Satan in jullie te neutraliseren, en ik kan ze niet vinden,
want er is geen grotere marteling dan de onze.
Sinds het moment van mijn Onbevlekte Ontvangenis,
heb ik de kop van Satan onder mijn smetteloze hiel gehouden.
Maar omdat hij niet in staat was mijn lichaam en mijn ziel te bederven met zijn gif,
spuugde hij het, als hels zuur, op mijn Moederhart
en als dit onberispelijk is door de Genade van God,
wordt het – men kan niet méér lijden – getroffen door het werk van Satan,
die Hem doodstak, door tussenkomst van de zonen van de mens,
moordenaars van mijn Zoon, van het uur van Gethsemane
tot het einde der wereld.
De Moeder vertelt je, schepsel dat mij dierbaar is,
dat in de gelukzaligheid van de hemel mij pijn komen doen,
als zovele pijlen, de overtredingen die jullie mijn Zoon aandoen,
en elk heropent de wond van Goede Vrijdag.
De wonden die mijn hart lijdt voor jullie
zijn talrijker dan de sterren aan het firmament van God.
En jullie hebt geen medelijden met de Moeder
die haar leven aan jullie heeft gegeven.
Ik kom vandaag [8 dec.] terug met je praten
omdat ik jou de hele dag dicht bij me wil houden.
Vandaag ben ik meer dan ooit Koningin in de hemel
en ik neem jouw ziel met me mee.
Je bent een klein meisje
dat niet veel over haar Moeder weet.
Maar als je veel dingen zult weten
en mij zult leren kennen, niet als een verre ster,
waarvan men alleen een straal ziet en enkel de naam kent,
niet alleen als een ideale en geïdealiseerde entiteit,
maar als een levende en liefdevolle realiteit,
met mijn hart als Moeder van God en Moeder van Jezus,
als vrouw die het lijden van vrouwen begrijpt,
omdat het meest gruwelijke haar niet werd bespaard
en zij er alleen maar aan hoeft terug te denken
om dat van anderen te begrijpen,
dán zul je van mij houden
zoals je van mijn Zoon houdt,
d.w.z. met je hele wezen.'
[8/12/43]
Reacties
Een reactie posten