judas 2

Jezus zegt:

'Johannes was de zon van de groep apostelen.

Judas was het duister.

Hij was de zoon van de leugen.

Mijn Licht en Mijn Waarheid konden niet tot hem doordringen.

Als Ik, ondanks de vooroordelen tegen hen,

van Nathanaël een overtuigd man en van Levi een bekeerling kon maken

- omdat er geen sprake was van fraude aan de kant van de eerste

noch weerstand tegen genade in de tweede -

kon Ik evenwel niets doen in Judas

omdat zijn ziel bezeten was.

Ik kon daar niet eens binnenkomen

omdat hij Mij de toegang ontzegde.

Als hij Mij volgde,

was dat omdat een heel menselijke hoop hem daartoe aanzette.

Hij heeft Mij verraden uit menselijke hebzucht.

Hij verkocht Christus aan diens beulen en zijn ziel aan Satan,

op wiens instigatie hij al jaren optrad.

Want Satan is niet zoals God, die geeft,

zelfs als jullie je niet geven om je te laten veroveren door Hem.

Satan wil honderd tegen één krijgen.

Hij wil jullie voor de eeuwigheid,

in ruil voor één uur leugenachtige triomf.

Onthoud het.'

i quaderni