geen liefde, dan angst

Maar zij die - helaas - Mijn Liefde niet begrepen,

die Mij hun liefde niet hebben gegeven,

niet hebben begrepen dat slechts één kennis nuttig is: die van de liefde,

voor hén is de dood te vrezen. 

Zij zijn bang.

Nog banger als ze aanvoelen

dat ze niet erg goed hebben gehandeld,

of ronduit slecht.

De leugenachtige mond van de mens...

- het komt zelden voor dat zijn mond de zo mooie en zalige Waarheid spreekt, de Waarheid die Ik, Zoon van God en Woord van de Vader, jullie heb aangeleerd altijd te spreken - 

de leugenachtige mond van de mens zegt,

om zichzelf te bedriegen en te troosten,

en om anderen te bedriegen:

'Ik heb goed gehandeld

en handel goed.'

Maar het geweten,

als een tweezijdige spiegel tussen jouw Ik en het Oog van God,

beschuldigt de mens ervan niet te hebben gehandeld

en helemaal niet te handelen

zoals hij wel verkondigt.

Een grote angst achtervolgt hen dus: de angst voor het oordeel

van Hem voor Wie de gedachten, de daden en de genegenheden van eenieder

niet verborgen blijven.

[9/8/43]