líjd voor Mijn priesters 1
Jezus zegt:
Bid, offer en lijd veel voor mijn priesters.
Veel zout is smakeloos geworden, en zielen lijden eronder
de smaak verliezend van Mij en Mijn Leer.
Ik vertel je dit al een tijdje maar je wilt het niet horen.
En je wilt het niet opschrijven, je keert je ervan af, Ik begrijp waarom.
Maar anderen vóór jou spraken erover, onder Mijn Inspiratie, en zij waren heiligen.
Het heeft geen zin om je ogen en oren te willen sluiten om niet te zien en niet te horen.
De waarheid schreeuwt zelfs door de stilte heen.
Ze schreeuwt met feiten die de sterkste woorden zijn.
Waarom herhaal je niet langer het gebed van Maria Magdalena de Pazzi?
Vroeger bad je dat voortdurend!
Waarom offer je niet
een deel van je dagelijkse lijden op
voor het hele priesterschap?
Je bidt en lijdt voor Mijn Vicaris [Paus]. Het is goed
Je bidt en lijdt voor sommige godgewijde mensen die zichzelf aan jou aanbevelen
of tot wie je een bijzondere plicht van dankbaarheid hebt. Dat is goed.
Maar het is niet genoeg.
En voor de anderen: wat doe je?
Je hebt op woensdag een lijdensintentie voor de geestelijkheid opgenomen.
Het is niet genoeg. Jullie moeten élke dag voor mijn priesters bidden
en een deel van jullie lijden voor dit doel opofferen.
Word het nooit moe om voor hen te bidden:
zij zijn de voornaamste verantwoordelijken
voor het spirituele leven van de katholieken.
Als het voor een leek voldoende is om er tien te doen om schandaal te voorkomen
moeten Mijn priesters er honderd, er duizend doen.
Zij moeten als hun Meester zijn
in zuiverheid, in naasten-liefde
in onthechting van de dingen van de wereld
in nederigheid, in generositeit.
In plaats daarvan, bestaat dezelfde versoepeling/afzwakking van het christelijk leven
die we onder de leken zien, onder mijn priesters, en in het algemeen onder alle mensen
die door geloften zijn gewijd.
Maar hierover zal Ik later praten.
Op dit moment spreek Ik over de priesters
over degenen die de sublieme eer hebben Mijn Altaaroffer te bestendigen
om Mij aan te raken, om Mijn Evangelie te herhalen.
Het zouden vlammen moeten zijn, ze zijn alleen maar rook.
Ze doen vermoeid wat ze moeten doen.
Ze houden niet van elkaar
en houden niet van jullie als herders
die bereid moeten zijn zichzelf volledig te geven
zelfs tot het punt dat ze hun leven opofferen
voor hun schapen.
Ze komen naar Mijn Altaar met een hart gevuld met de zorgen van deze wereld.
Hun gedachten zijn elders wanneer ze Mij toewijden
en zelfs Mijn Communie doet in hun gedachten die naasten-liefde niet ontbranden
die in ieder levend zou moeten zijn, maar zéér levendig in Mijn priesters.
[14/6/43]
Reacties
Een reactie posten